Geen idee of er nog iemand zin heeft om mijn blog te lezen,
want de meeste mensen zie ik nu zo nu en dan wel weer, maar in elk geval
schrijf ik het maar voor mezelf om later terug te lezen hoe de stand van zaken
na vier maanden revalideren is. Eerlijk gezegd valt het me wel een beetje
tegen. Ik had verwacht vanaf volgende week wel weer fulltime aan de slag te
kunnen op mijn werk, maar zie dat nu toch nog niet gebeuren. Het is wel een
opgave om dat niet te doen, want ogenschijnlijk is er niet veel meer met me aan
de hand dan een beetje mank lopen. Helaas is de stand nu hetzelfde als voor de
operatie + een waggelende ganzenpas.
Eerst even terug naar november/begin december. Een periode
waarbij de vooruitgang behoorlijk stagneerde. Zelf merkte ik wel kleine stapjes
vooruitgang, ik liet mijn kruk steeds vaker staan, maar de fysio was niet erg
enthousiast over de voortgang. Het thuis zitten begon me mentaal behoorlijk op
te breken, dus ik ging steeds vaker naar mijn werk. In december kwam het neer
op gemiddeld 4 uur per dag. Heerlijk dat ik weer met de auto weg kon, het gaf
me weer wat vrijheid. Ik probeerde het mee repeteren op de woensdagavond voor
de helft ook weer op te pakken, maar de combinatie met ook werken op woensdag
was toch te veel. Uiteindelijk kwam het leven dan neer op werken, huishouden en
doodmoe zijn. En oja… die fysio oefeningen moest ik ook nog doen. En oja… je
moet ook nog leuke dingen doen om te ontspannen, daar knap je van op… En oja…
gezond eten koken is ook belangrijk voor goed herstel… Pfff, wat anders de
normale gang van zaken was, is nu allemaal behoorlijk veel gevraagd. Ieders
advies is dan ook om het ‘rustig aan te doen’. Waarschijnlijk zou ik dat ook
zeggen tegen iemand anders in mijn situatie, maar ik vind rustig aan doen
Dodelijk Saai. Die katten gaan in deze koude maanden er ook niet veel op uit,
dus hebben ook weinig te vertellen over hun avonturen ;-). Dus dan toch maar
zelf er op uit, heerlijk om weer aan het werk te zijn, maar met als gevolg dat ik
te weinig energie overhoud om te herstellen. Spieropbouw schoot niet op en bij
de controle bij de orthopeed bleek ook de botaangroei tegen te vallen. Op de
foto was duidelijk te zien dat dit nog maar op de helft was van wat nodig is.
In april moet ik weer terug voor controle in de hoop dat het dan allemaal wel
aangegroeid is. Bij de orthopeed ook mijn zorgen geuit over de klachten die nog
niet opgelost zijn en of mogelijk de andere heup ook nog geopereerd moet
worden, maar hij kon me alleen maar zeggen dat ik me voorlopig nog geen zorgen
mocht maken, maar eerst uit moet revalideren. Daar moest ik het dan maar mee
doen.
Toen brak de kerstvakantie aan… Niet iets waar ik normaal
gesproken naar uitkijk, maar ik moet toegeven dat ik de rust hard nodig had.
Eindelijk was er ook weer voortgang in het herstel te zien. Ik waggel niet meer
zo erg als eerst, de hele vakantie mijn krukken niet gebruikt en de oefeningen
bij de fysio gaan beter. Het was ook nu pas het moment dat ik er bij bepaalde
oefeningen achter kwam dat het de bedoeling is dat je je bilspieren aanspant.
Blijkbaar gaat dat bij iedereen automatisch, vandaar dat de fysio het nooit
eerder tegen me heeft gezegd, maar ik weet nu dat ik ze ‘aan’ moet zetten. Een
hele openbaring! Ik heb op oudejaarsavond een moment gehad dat ik het allemaal
even vergat en een sprintje wilde trekken, maar toen ik dat eenmaal deed dacht
ik er pas aan dat dit eigenlijk nog helemaal niet goed gaat. (gelukkig zag
niemand me gaan, want het zag er waarschijnlijk uit als een kikker met een
houten poot of zoiets).
Gisteravond weer een hele repetitie meegespeeld. Moest wel
kunnen dacht ik in de vakantie. Maar wat was het een zwaar werk zeg. Gelukkig
was ik niet de enige trombonist die na deze zware stukken aan het zuurstof
moest, want in dit geval lag het wel aan het vele baswerk in onze partijen.
Heerlijk om te spelen, maar de oude bekende pijn in mijn buik was er vandaag
wel weer. De gezelligheid na afloop aan de bar doet me wel goed.
Nu nog maar even een paar dagen goed van de ‘Dodelijk Saaie
Rust’ (uhh vakantie) genieten, en daarna maar proberen niet te hard van stapel
te lopen op mijn werk. Mijn werk is leuk, maar er moet ook nog wat energie voor
de andere dingen in het leven overblijven.